Hellend vlak
Hellende vlakken zijn veilig en comfortabel beloopbaar. Ze zijn zo uitgerust om die, die minder vlot stappen of loopmoeilijkheden hebben, structureel en passend te ondersteunen.
Hellende vlakken gebruiken we vooral om kleine hoogteverschillen te overbruggen (van 1 tot 5 treden). Voor grote hoogteoverbruggingen (zeker vanaf 1 verdieping) wordt best een lift voorzien.
Ontwerpaanbevelingen
- Maak de ondergrond van het hellend vlak effen, aaneengesloten en met een lage rolweerstand.
- Voorzie bij hoogteverschillen van meer dan 25 cm leuningen aan beide zijden, op twee hoogten zodat zowel grote als kleine mensen en kinderen de leuning kunnen gebruiken.
- Geef de leuning een ronde vormgeving en maak ze goed omgrijpbaar (diameter tussen 40 en 50 mm geeft een optimale grip).
- Geef de leuning een ronde vormgeving en maak ze goed omgrijpbaar (diameter tussen 40 en 50 mm geeft een optimale grip).
- Voorzie een afrijdbeveiliging aan de open zijden.
- Licht en contrast. Bekijk ook de tips rond verlichting en contrast.
Maatvoering
- De vrije doorgangsbreedte is minimaal 120 cm (tussen de leuningen of opstaande rand).
- De hellingsgraad is afgestemd op het totaal te overbruggen hoogteverschil. Zie regelgeving.
- Voor en achter elke helling is een vrije en vlakke draairuimte (diameter minstens 150 cm).
- Als er een tussenbordes is, heeft het volgende afmetingen:
- Recht op recht: B 120 x D 150 cm
- 90° richtingsverandering: 150 x 150 cm
- 180° richtingsverandering: B 240cm x D 150 cm
- Hoogte leuning:
- op 1 hoogte: 100 cm
- optimaal op 2 hoogten: zie regelgeving
- Boven- en onderaan de helling loopt de leuning 40 cm door, waarna ze afgebogen of afgerond wordt naar de wand of vloer.
- Hoogte afrijdbeveiliging: minstens 5 cm.
- Bovenaan een helling wordt een voelbare en contrasterende waarschuwingsstrook over de volledige breedte aangebracht: noppenmarkering op 50 cm van de helling met diepte 60 cm.
Regelgeving
Er is over dit thema geen regelgeving op vlak van toegankelijkheid.
Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid (art. 19)
- Hellingspercentages:
- 10 % voor niveauverschillen tot 10 cm
- 8,3 % voor niveauverschillen tussen 10 cm en 25 cm;
- 6,25 % voor niveauverschillen tussen 25 cm en 50 cm;
- 5 % bij
niveauverschillen vanaf 50 cm.
- Lengte helling: maximaal 10 m.
- Breedte helling: minstens 145 cm (ruwbouw ), 120 cm (na afwerking) tussen leuningen
- Tussenbordes:
- bij meerdere hellingen
- minstens 120 cm x 150 cm (minstens 150 cm x 150 cm bij richtingsveranderingen)
- Bordes
- boven- en onderaan
- vrije en vlakke draairuimte van 150 cm
- Afrijdbeveiliging:
- bij niveauverschillen van meer dan 10 cm
- minstens 5 cm hoog.
- Leuningen
- Bij niveauverschillen van meer dan 25 cm
- Aan beide zijden, doorlopend over eventuele tussenbordessen, en minstens 40 cm horizontaal doorlopen voor en na de helling. Indien de leuning in het ijle stopt, moet zij afbuigen naar de grond of de wand.
Lees meer over de regelgeving toegankelijkheid in Vlaanderen en hellingen.
Brusselse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid: titel IV toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een beperkte mobiliteit (art. 5)
- Hellingspercentages: maximaal 5% bij een maximale lengte van 10 m. Indien dit niet mogelijk is:
- maximaal 7% voor een maximale lengte van 5 m aan één stuk;
- maximaal 8% voor een maximale lengte van 2 m uit één stuk;
- maximaal 12% voor een maximale lengte van 0,50m.
- Breedte helling: minstens 120 cm (na afwerking) tussen leuningen
- Bordes:
- Voor en na de helling en na elke maximumlengte
- min. 150 m lengte
- Voor en na de helling en na elke maximumlengte
- Afrijdbeveiliging:minstens 5 cm hoog.
- Leuning: Aan beide zijden, 75 cm en 1,00 m van de grond.
- Dwarshelling: max. 2%
Lees meer over de regelgeving toegankelijkheid in Brussel en hellingen.
Code du Développement Territorial - Guide régional d'urbanisme (Art. 414-415)
- Hellingspercentages: maximaal 5% bij een maximale lengte van 10 m. Indien dit niet mogelijk is:
- maximaal 7% voor een maximale lengte van 5 m aan één stuk;
- maximaal 8% voor een maximale lengte van 2 m uit één stuk;
- maximaal 12% voor een maximale lengte van 0,50m;
- maximaal 30% bij een maximale lengte van 30 cm
- Breedte helling: minstens 120 cm (na afwerking) tussen leuningen
- Bordes:
- Voor en na de helling en na elke maximumlengte
- min. 150 m lengte
- Voor en na de helling en na elke maximumlengte
- Afrijdbeveiliging: minstens 5 cm hoog.
- Leuning: Aan beide zijden van de helling en ter hoogte van de bordessen, op 75 cm en 1,00 m van de grond.
- Dwarshelling: max. 2%
Lees meer over de regelgeving toegankelijkheid in Wallonië en hellingen.
Geïnspireerd? Hier zijn vier gerelateerde tips
Liften
Vanaf een hoogteoverbrugging van meer dan 100 cm, is de toepassing van een lift noodzakelijk. Je kan een kokerlift of verticale plateaulift voorzien. Liften zijn door hun afmeting en uitrusting bruikbaar voor iedereen.
Trap
Circuleren in het gebouw – looproutes binnen
Looproutes hebben een logische structuur, zijn eenvoudig in gebruik en garanderen een evenwaardig aanbod voor iedereen. Er zijn geen alternatieve routes. Door hun vormgeving en afwerking zijn ze drempel- en obstakelvrij en kan elke gebruiker ze zelfstandig gebruiken.
Toegangspad en looproutes buiten
Toegangspaden of looproutes buiten hebben een logische structuur, zijn eenvoudig in gebruik en zijn door iedereen bruikbaar. Er zijn geen alternatieve routes nodig.
Door hun vormgeving en afwerking zijn ze drempel- en obstakelvrij en kan elke klant ze zelfstandig gebruiken. Naar maatvoering toe zijn ze vergelijkbaar met elke andere route of gang in het gebouw. Omwille van de specifieke buitensituatie vragen ze wel een aantal andere aandachtspunten.