Verlichting
Daglicht in combinatie met kunstmatige verlichting draagt bij tot het visueel comfort, de goede zicht- en leesbaarheid van ruimtes en het algemeen welbevinden van mensen zoals hun stemming en alertheid. Het vergemakkelijkt de verplaatsingen van personen met een sensorische beperking, maakt het gebruik van gebarentaal en liplezen eenvoudiger voor personen met een auditieve beperking en kan ook bijdragen tot een gevoel van veiligheid. Denk maar aan buitenpaden, parkeervoorzieningen …
Interessant voor:
Onderwerp:
Hierbij is aandacht voor het verlichtingsniveau (op basis van taak), de uniformiteit en het vermijden van verblinding en reflectie. Alle zones of ruimten zijn ook voldoende contrastrijk, zodat iedereen de individuele functies zoals kassa, pashokjes… en de specifieke elementen zoals bedieningselementen, deuren, obstakels... voldoende opmerkt en herkent. Zo ontstaat een omgeving die de communicatie, oriëntatie en veiligheid vergroot.
Slechthorende klanten hebben voldoende licht nodig om te kunnen liplezen en non-verbale communicatie (zoals gebarentaal) waar te nemen.
Ook slechtziende mensen kunnen hun gesprekspartner en de menukaart het best bekijken bij voldoende licht.
Ontwerpaanbevelingen
Verlicht de routes rond en in het gebouw goed. In het bijzonder ter hoogte van richtingsveranderingen, trappen, hellingen en signalisatie.
Verkies waar mogelijk natuurlijk licht. Dit zorgt voor een verlichting die geen enkele kunstmatige verlichting evenaart.
Hou er rekening mee dat de behoefte aan licht niet altijd gelijk is en varieert naargelang van de aard van de uitgevoerde activiteiten, de leeftijd of het type handicap van de betreffende persoon.
Gebruik indirect en diffuus licht. Dat zorgt voor een eenvormige verlichting.
- Vermijd reflectie, tegenlicht of verblinding: gebruik niet-glanzende of niet-reflecterende materialen en scherm hinderende verlichting af.
- Vermijd schaduwzones.
Maatvoering
Een minimale verlichtingswaarde garanderen naargelang van de functie van het lokaal:
- Parking en buitenroutes: minstens 100 lux op vloeroppervlak
- Inkomhal, balie en kassa: minstens 500 lux met accentverlichting zodat de balie goed zichtbaar is in de omgeving.
- Circuleren in het gebouw: minstens 150 lux (gemeten in het midden van de looproute).
- Trappen: minstens 200 lux
- Toiletten en EHBO: minstens 300 lux
- Werkzone: 500 lux op het werkvlak (bij flexibele inrichting of niet-gekende inrichting is de hele ruimte het werkvlak).
Regelgeving
Er is over dit thema geen regelgeving op vlak van toegankelijkheid.
Er is over dit thema geen regelgeving op vlak van toegankelijkheid.
Er is over dit thema geen regelgeving op vlak van toegankelijkheid.
Er is over dit thema geen regelgeving op vlak van toegankelijkheid.
Geïnspireerd? Hier zijn vier gerelateerde tips
Verbruiksruimte binnen, buiten en terras
Een ruimte voor verbruik van maaltijden en dranken is voor iedere bezoeker gemakkelijk bereikbaarheid en bruikbaar. De vormgeving van bedieningstogen en andere bedieningselementen laten een zelfstandig gebruik toe. De inrichting en afwerking vormen geen obstakels voor het circuleren. Iedere bezoeker kan een zitplaats naar keuze innemen.
Winkelruimte
Bij de inrichting van de winkelruimte is het belangrijk om rekening te houden met een aantal circulatieprincipes. Doorgangen tussen rekken zijn voldoende breed, er is voldoende ruimte ter hoogte van een bedieningstoog, diepvries … of paskamers zijn ruim genoeg. Op verschillende plaatsen in de winkelruimte worden ook draaicirkels voorzien zodat klanten met een rolstoel kunnen omkeren en niet verplicht achteruit moeten om iets te nemen wat ze vergeten zijn.
De winkelruimte is overzichtelijk opgebouwd. Zo kan de klant gemakkelijk vinden wat hij zoekt.
Akoestiek
Geluid kan zowel positief als negatief zijn. Ononderbroken geluiden zoals een roltrap, een rateltikker, een fontein … vergemakkelijken de oriëntatie voor blinden en slechtzienden en voor personen met een auditieve beperking. Maar geluid is negatief als het ‘lawaai’ is en andere gewenste geluiden vervormt of blokkeert.
Contrasten en contrastmarkering
Kleuren en materialen hebben op verschillende manieren een ruimtelijke invloed. Door hier bewust mee om te gaan en het principe van ‘contrastwerking’ toe te passen, kan je eenvoudig, maar toch sterk bijdragen tot een intuïtieve leesbaarheid en bruikbaarheid van gebouwen.